top of page

Let op: Waarom aanwezig zijn op sociale media niet genoeg is


Onlangs vond in Amsterdam het Media van Morgen-congres plaats. Een event over trends en toekomstige ontwikkelingen in de wereld van journalistiek en media, georganiseerd door het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Eén van de sprekers was Thomas Boeschoten, onderzoeker bij de Utrecht Data School en tevens werkzaam bij AD.nl. Hij doet onderzoek naar zogenaamde filterbubbels online en op sociale media in het bijzonder. Belangrijkste conclusies van zijn verhaal? Aanwezig zijn op sociale media is niet voldoende, want jouw boodschap wordt niet door iedereen gezien. De data uit het onderzoek onderschrijven dat.

Uit het onderzoek van Boeschoten en diens collega's naar o.a. het gebruik van Twitter in Nederland, komt naar voren dat filterbubbels inderdaad bestaan, maar dat deze niet per se gekoppeld zijn aan één medium. Met andere woorden: 'Het Facebook-publiek' of het 'Twitter-publiek' bestaat niet as such. Natuurlijk wordt het ene kanaal door een bepaalde groep meer gebruikt dan anderen, maar het zijn vooral de onderwerpen die het onderscheid maken tussen verschillende bubbels. Tevens laten die data zien dat de onderlinge interactie tussen die bubbels minimaal is.

"Social media gebruiken is als flaneren door de waan van de dag", stelt Boeschoten haast poëtisch, terwijl hij de aanleiding voor het onderzoek uiteenzet. "Je scrollt door je tijdlijn en pikt her en der iets mee. De onderlinge patronen zijn daarom interessant. Als we afstand nemen van al die flaneurs? Wat zouden we dan zien?"

Uit de data van het onderzoek naar het gebruik van Twitter - het voorbeeld dat Boeschoten gisteren hanteerde - blijkt dat de verschillende groepen gebruikers vooral onder elkaar interacteren. Jongeren die FIFA 2018 spelen praten vooral met jongeren die FIFA 2018 spelen. Mensen die PVV stemmen met name met andere PVV'ers. Pornoliefhebbers met andere pornoliefhebbers. Enzovoorts, enzovoorts. De verbindende factor tussen al deze groepen met hun verschillende voorkeuren, achtergronden en interesses? Grappig genoeg de NS. Juist ja, klagen over problemen op het spoor, brengt het land samen.

MAAR WAT IS NU DE BELANGRIJKSTE LES DIE U HIERUIT KUNT TREKKEN VOOR UW ORGANISATIE?

Veel organisaties kiezen ervoor om aanwezig te zijn op sociale media. Dat geldt natuurlijk voor mediabedrijven, maar zeker ook voor overheden. In veel gevallen - is mijn ervaring - wordt die aanwezigheid op bijvoorbeeld Twitter, Facebook of Instagram als de belangrijkste stap gezien. "We zitten op Instagram, dus nu hebben we aansluiting met jongeren." Om maar eens een doelgroep te noemen.

DIT IS ECHTER NIET VOLDOENDE.

Het gaat, zo blijkt uit het onderzoek van de Utrecht Data School, juist om de verbinding op de onderwerpen die mensen interessant vinden. Als jongeren (wat natuurlijk geen afgebakende groep is, integendeel) op Twitter het hebben over FIFA 2018, dan is dat waarschijnlijk het onderwerp waarmee u met hen in contact kunt komen. Het scenario dat ze uit die bubbel treden en met u in verbinding komen, zonder dat er direct een inhoudelijke connectie is, lijkt zeer onwaarschijnlijk.

ZOEK DAAROM OP SOCIALE MEDIA DE INHOUDELIJKE LINK MET MENSEN. INHOUD DIE HEN INTERESSEERT EN WAARMEE UW ORGANISATIE UIT DE VOETEN KAN OF DIE ERBIJ PAST.

Meer weten? Neem contact op met THE MEDIA DEPARTMENT: themediadepartmentNL@gmail.com of www.themediadepartment.nl


Recente berichten
bottom of page